01.05.2025
Originaliteit als obsessie. Niet kunnen schrijven, durven te schrijven vanwege de angst niet origineel genoeg te zijn en in de herhaling te vallen. Maar, wiens herhaling? Plus: ons zelf opmerken en diezelfde emotie/ sensatie in het werk van een ander herkennen = connectie. En is dat niet waar het om draait, dit schrijven? Voor mij althans.
Ik probeer te verzamelen, te schrijven naar aanleiding van een handvol pocket notebooks die ik vorig jaar in een paar maanden heb gevuld. Ik droeg het in mijn broekzak mee, de hele dag, samen met een stompje potlood. Achteraf gezien waren deze notitieboekjes op dat moment mijn thuis. Ik probeer nu fragmenten van toen te selecteren om er iets mee te doen want het voelt alsof ik jaren heb verspild, de afgelopen ik weet niet hoeveel jaren, het voelt alsof er iets van moet komen, iets uit moet groeien. Maar telkens weer keer ik terug uit mijn gedachten van toen met een zwaar gevoel in mijn lijf. Is het nog te dichtbij. Is dat een vraag.
Maar misschien is het ook: schrijven naar aanleiding van wat ik ooit heb geschreven kan ik niet. Ik schrijf voor nu, eigenlijk altijd: om nu door mijn gedachten te gaan. Letterlijker: om te begrijpen wat er nu in mij leeft.
Een poosje geleden begon ik al met dit ‘project’: ik zocht geschikte zinnen uit, schreef ik ze over, knipte de fragmenten uit. Nu zit ik met een verzameling zinnen waar ik niets mee kan. Ik denk nu: het fragmentarische zit in mij: ik hoef het niet te ‘maken’, het is hoe ik schrijf. Vanmorgen kwam ik iets tegen dat ik in 2018 schreef, of destijds begon te schrijven, ik heb het zo nu en dan enigszins aangepast maar het is in essentie nog precies wat ik schreef: een verzameling van momenten, gedurende ongeveer twee weken. En het spreekt me aan. Omdat er tijd in zit. Omdat het een soort 'leven-met' is geworden. Een boek, in dit geval, of enkele gedachten die bij dat boek horen. Of, passages uit werk van anderen die wellicht niet bij de gedachten passen, maar toch wel: omdat ik ze bij elkaar plaats.
Vorm gebeurde gewoon, destijds, zo lijkt wel. Zonder bedoeling, zonder plan. Zoals schrijven. Ik liet me door niets tegenhouden, merk ik. Ik bedoel, ik schreef ondanks de twijfels. Nu ben ik veel jaren later, verder, jaren waarin ik me wel liet tegenhouden: eigen schuld in zekere zin, ik maakte keuzes die mijn schrijven tegen werkten. Een kracht tegen het schrijven, in stand gehouden door mijzelf.
(Project is ondertussen een woord dat ik van mezelf niet meer mag gebruiken. Te veel nadruk op een eindproduct. En het woord product vind ik ook afgrijselijk.)
Ik geloof dat ik helemaal opnieuw moet beginnen.
*
Woorden die me achtervolgen: breath(e), attitude, aandacht, place, home.
*
De maan versluierd. Nieuw.
Een stem.
De vreugde van gierzwaluwen.
02.05.2025
Ik moet mezelf blijven(d) herinneren: slow down . . . all the way to the pace of stone and shadow (Diane Ackerman), en: patience, the art of waiting, is the heartskill that opens the world (Mark Nepo).
*
Buiten zijn terwijl het weer omslaat.
03.05.2025
To write as if already dead, de titel van een boek van Kate Zambreno maar ook misschien een tip.
Niet vrij genoeg om te schrijven over the things I might need to write about. In mijn notitieboeken fragmenten niet-in-het-Nederlands omdat ik bang was, ben, dat ze niet veilig zijn. Dat ik er niet veilig ben. Schrijven, mijn notitieboeken: thuis, beweer ik wel eens.
Wat is van mij, genoeg van mij om over te mogen schrijven?
Ik staar (..) naar een foto van mijzelf, een driejarig kind met een ernstige blik, alsof reeds vele levens geleefd. Ze weet meer dan ik. Haar ene pols in verband (eczeem), de ander verborgen in een open tuinbroekzak (zelfgemaakt door onze moeder). Ik kijk haar aan en verwacht een antwoord. Ze is koppig en stuurs, en stil. Net als ik.
20.05.2025
—je was nog niet geboren, zegt mijn zoon. ik heb de herinneringen van ève, zeg ik. (hélène cixous, station osnabrueck naar jeruzalem p. 32)
je kunt niet ten onder gaan, betalen, verrotten, zweten, trillen in de plaats van iemand anders. (idem, p. 42)
er is geen enkele verklaring. het toeval doet. het toeval doet alles en de rest.
(..)
—je kunt niet alles zeggen, zeg ik. —mocht ik tijd hebben, zegt het boek, dan zou ik het kunnen. —je kunt de waarheid niet zeggen, zeg ik, geen enkel boek, ik kan het niet, men zal de waarheid nooit kunnen zeggen en dat is jammer. en dat is een geluk. in plaats van die illusie kan alles worden gezegd en het zal verzonnen waarheid zijn. (idem, p. 77)
herinneringen krijgen van je moeder.
de mijne/ die van mijn moeder zijn informatie, ergens opgeslagen in bloed en bot. slechts een verhaal nog en ongeleefd, onbeleefd, door mij althans.
maar waar verborgen, opgeslagen, want ik wéét dingen zonder ze te kunnen weten. hoe weet ik over dingen die ik zelf niet heb meegemaakt. hoe schrijf ik over dingen die ik zelf niet heb meegemaakt. de ervaringen zijn doorgegeven, hebben een indruk op mij achtergelaten, op mijn ik, op hoe ik leef (of niet leef). vanbinnen, als een imprint. onzichtbaar. waar is het begin, alles rolt maar door, blijft bewegen, was er ooit een begin. wiens verhaal leidde tot dit nog altijd barstende familieleed.
(ik sliep jarenlang op de kamer waar zij het jarenlang heeft moeten doorstaan.)
kan ik zomaar zeggen dat: hij zich misdroeg omdat zijn opa zich misdroeg? misdragingen die geheim waren, verborgen bleven. een familiegeheim. is wat het is. maar het is meer. het is alsof gif in het bloed. het is een etterende wond. een steeds groter wordende etterende wond. het is schuld en schaamte. en angst om gezien, ontdekt te worden. het is denken: hoe kan dit nu nog zoveel pijn doen, als in pijn teweeg brengen. het is: denken: diepte is een valkuil. verhaal op verhaal op verhaal en al dat tezamen. is dat het? werkt dat zo of neem ik het idee nu te letterlijk. denk ik nu te veel na over iets dat wellicht te abstract is, en te ingewikkeld bovendien om te behandelen alsof al die levens resulteren in een te zwaar. er moet licht zijn en lucht en draaglijkheid en plezier. liefde voor het bestaan. voor naasten, voor de aarde. (al die handen in de aarde.)
waar begon het verhaal? waarom had mijn overgrootvader niet het stel hersenen dat hem de andere kant op liet denken: de kant van compassie en empathie en kritisch kijken/ luisteren. de kant van niet met de harde wind van rechts (oh, letterlijk en figuurlijk in dit geval) meewaaien.
het cliché wil natuurlijk dat de dochter van mijn antisemitische overgrootvader trouwde met een man wiens familie juist onderduikers in huis nam.
maar waarom dit verhaal vertellen.
regressie-therapieën maken gebruik van familieverhalen uit het verleden om gedragspatronen van nu te onderzoeken: om te begrijpen waar de fout in denken en handelen weg kan komen. het terugkijken. waarom word ik zo boos van terugkijken om eigen gewin.
en hoe zit het met evenwicht? de duisternis van de ene familie, het fatsoen van de ander: is uitkomst toeval?
de kleinere gedachte: doet het er allemaal wel toe? behalve dan het feit dat ik mensen doodeng vind, geen man vertrouw: mag ik toen ergens laten stoppen en nu toelaten zonder al. die. shit. (wiens toestemming denk ik nodig te hebben?)
anne carson: you remember too much,/ my mother said to me recently./ why hold onto all that? and i said,/ where can i put it down?
*
ik sta honingklaver uit de grond te trekken en denk ik wil alleen maar buiten zijn. ik wil een thuis en ik wil alleen maar buiten zijn. ik wil een thuis waar ik alleen maar buiten kan zijn. (honingklaver wordt groot en de tuin is klein. een of twee honingklavers zijn genoeg. wat er nu alsnog staat kan ik op twee handen niet tellen. maar ik kan het niet, alles eruit trekken. zij horen ook ergens thuis. (zij kunnen altijd buiten zijn.))
Geen opmerkingen:
Een reactie posten