vita contemplativa

ochtendpagina's schrijven, vervolgens op een rondzwervende envelop de woorden what i've been thinking about lately/ vita contemplativa, why write krabbelen en ervan uitgaan dat ik vele uren later nog weet wat ik allemaal aan het denken was na die ochtendpagina's. waarom bleef ik niet schrijven? ik moest ontbijten, eten maken, andere dingen doen. 

vita contemplativa — ik herlas dit essay van byung-chul han gisteren (het staat enigszins aangepast in volume i van the analog sea review) en besloot een recensie-exemplaar van de nederlandse vertaling aan te vragen, omdat het boek zo dicht in de buurt komt van waar ik veel over na denk, van waar ik ooit een essay over schreef, van, in feite, waar ik constant mee bezig ben en worstel. ik en mijn leven als denker, lezer, schrijver. mijn pijn omdat ik opgroeide in een omgeving waar het vooral om doen ging, waar je van waarde was als je maar iets nuttigs deed. (dromers ogen niet erg nuttig.) mijn oude pijn. 

ik raakte geobsedeerd omdat ik zo'n dromer ben die ooit een boek wil schrijven, en een relatie met een uitgeverij die boeken als vita contemplativa uitgeeft is waardevol

ik vroeg het aan maar er zijn geen recensie-exemplaren meer. begrijpelijk, het boek werd in 2023 vertaald uitgegeven en is dus oud nieuws maar niets is minder oud nieuws dan de ideeën die byung-chul han in zijn boek behandeld (boeken, in feite. hij heeft meer interessants gepubliceerd):

the society of consumption and leisure is characterized by a particular temporality. surplus time, which is the result of a massive increase in productivity, is filled with events and experiences that are fleeting and short-lived. as nothing binds time in a lasting fashion, the impression is created that time is passing very quickly, or that everything is accelerating. 

—dit vind ik fascinerend. de kwaliteit van dat waar we onze tijd aan geven heeft gevolgen voor hoe we die tijd beleven. byung-chul han zal spreken over duration. ik schreef in mijn essay over henri bergson, en duur. in principe zeggen beide filosofen hetzelfde maar byung-chul han beschrijft de ervaring anders, en linkt het bovendien aan consumption; ik merk dat ik er op een nieuwe manier naar kan kijken, over na kan denken. waardevol.— 

consumption and duration contradict each other. consumer goods do not last. they are marked by decay as their constitutive element, and the cycles of appearance and decay become ever shorter. the capitalist imperative of growth means that things are produced and consumed with increasing speed. the compulsion to consume is immanent to the system of production. economic growth depends on the quick uptake and consumption of things. as the economy is organized with growth in mind, it would completely grind to a halt if people suddenly began to take care of things, to protect them against decay and to make sure that they endure.

in the consumer society, one forgets how to linger. consumer goods do not permit a contemplative lingering. they are used up as quickly as possible in order to create space for new products and needs. contemplative lingering presupposes things which endure. but the compulsion to consume does away with duration. neither, however, does so-called deceleration found duration. as far as the attitude to consumption is concerned, ‘slow food’ does not essentially differ from ‘fast food’. things are consumed - no more, no less. a reduction in speed does not by itself transform the being of things. the real problem is that all that endures, all that lasts and is slow, threatens to disappear altogether, or to be absent from life. forms of the vita contemplativa are also modes of being, such as ‘hesitancy’, ‘releasement’, ‘shyness’, ‘waiting’ or ‘restraint’, which the later heidegger juxtaposed to the ‘stupidity of simply working’. these modes all rest on an experience of duration. but the time of work, even time as work, is without duration. it consumes time for production. what lasts and is slow, however, evades being used up and consumed. it founds a duration. the vita contemplativa is a practice of duration. it founds an other time by interrupting the time of work.

het is een fantastisch essay. het maakte tijdens mijn eerste lezing ook al indruk, maar delen van de tekst begreep ik destijds niet, niet echt (en kon ik me dus ook niet herinneren). het was dan ook een vreemde gewaarwording om een idee dat ik onlangs in een notitieboek noteerde uitgedacht tegen te komen in deze tekst: ik blijk het van byung-chul han te hebben geleend. alles dat we zien, horen, lezen, consume, lijkt zich ergens in ons zijn te nestelen, we zijn ontzettend poreus. compost. alles dat we in ons opnemen, bewust of onbewust, gaat uiteindelijk deel van ons persoonlijke bestaan uitmaken. (het is dus belangrijk om goed na te denken over wat we toelaten/ onszelf aandoen.)

het idee dat zich in mijn onderbewuste heeft genesteld:

it is possible that the hyperactive restlessness, the franticness and unrest of today, does not do any good to thinking, and that thinking just reproduces always the same because of increasing time pressures.

ofwel: onze maatschappij staat het niet langer toe dat er diep wordt nagedacht. friedrich nietzsche klaagde hier al over. ik vraag me af in hoeverre dat nog te keren is. in een blogpost van eerder dit jaar kwam het idee ter sprake dat de manier waarop we leren en lezen gevolgen heeft voor (onder andere) ons vermogen tot analyseren, en reflecteren. misschien ontwikkelt ons brein wel een nieuwe manier om informatie te verwerken, dat is mijn hoop, maar het zal sowieso anders zijn omdat ons brein (het brein van mensen die met behulp van pen en papier en boeken hebben leren lezen en denken) een analoog brein is. een brein dat lingering toestaat, contemplative lingering

ik ga hans boek bestellen, en nietzsche.

(why write. niet een vraag waar ik antwoord op kan, ga geven. is dit alles niet een antwoord? ik denk dat ik al mijn blogposts aan die vraag kan ophangen. een antwoord. nooit het anwoord. omdat contemplative lingering.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

//