iets kleins

vrijdagmorgen, 28 maart 2025.

ik lees the way of the fearless writer van beth kempton, een boek dat ze heeft kunnen schrijven dankzij de tijd die ze in japan heeft doorgebracht, en haar ervaringen met de cultuur aldaar. niet kemptons cultuur, en dat maakt het toch een beetje ongemakkelijk: een westerse schrijver die gebruik maakt van ideeën uit een ander deel van de wereld om háár filosofie te onderschrijven... maar kempton is niets dan respectvol, en ik vermoed dat haar leven in teken staat van de thema's die ze in haar boeken behandelt. de wijze waarop ze door het dagelijkse leven beweegt is veranderd door haar ervaringen in japan, en het is dan ook geen verrassing dat die heel oude filosofieën ondertussen deel uitmaken van zelfs de manier waarop ze haar schrijven benadert. want, uiteindelijk is alles met elkaar verbonden. voor een schrijver betekent dat: de manier waarop we leven is de manier waarop we schrijven.

*


een van de vele dingen waar ik van houd in dit boek: de gezegdes die kempton aanhaalt: oude japanse proverbs, regels uit de dàodéjīng, zen sayings. ik schreef in mijn fearless writer exemplaar: like kind forefathers are gently nudging you forwards: alsof voorouders je bemoedigend de goede richting wijzen. (alsof de wereld in wezen vriendelijk is.)

voorbeeld: 
when embarking on a great project, start where you are with something small.
(japanese proverb, p.29)

en:
in the pursuit of knowledge,
every day something is added.
in the practice of the dao,
every day something is dropped.

(laozi, dàodéjīng, verse 48 (tr. stephen mitchell), p.123)

*

al sinds ik fearless writer ben begonnen te lezen voel ik de drang on basho te bestellen, en een engelse vertaling van de dàodéjīng. ik wil in die filosofieën en poëzie duiken omdat mijn ziel me zegt dat ik die kant op moet.

maar, geheel niet-onverwachts en tegelijkertijd niet in de geest van een ‘fearless writer’ heb ik die boeken nog steeds niet besteld. zoals ik al eens zei: bang voor mijn spiritualiteit. (bang voor mezelf.) keer op keer voeg ik the narrow road to the deep north, kenkō, en zo meer toe aan mijn winkelwagentje, verwijder ze vervolgens weer, ga voor andere boeken. stel mezelf teleur. lees maar raak gefrustreerd. neem dan fearless writer weer in de hand, en kan weer ademhalen. de ideeën die het boek met me deelt, woorden uit het werk van zen-meesters en geestverwanten, zijn als een poort naar een wildere plek. alsof er zuurstof wordt gecommuniceerd, of regen, of een storm, in plaats van ‘slechts’ woorden. ineens is het dan rustig in mijn hoofd, en ben ik vrij van nonsens (al is het maar voor even). 

vanmorgen las ik bijvoorbeeld de volgende woorden van zen-meester dainin katagiri (p.159-160 in the way of the fearless writer):

before your individual thoughts, feelings, or perceptions arise and you reflect on yourself, wondering who or what you are, something is already there. something is already alive. what is it? we call it big self, real self, or true self, but actually it is the vastness of existence. in buddhist philosophy we say emptiness.

ik las het en ik was er weer, zonder alles ik. 

die vastness of existence is waar ik naar opzoek ben. of, ik weet dat het bestaat maar kan het niet altijd aanraken. ik wil er over schrijven maar kan dat (nog) niet. maar, soms is het genoeg om een idee dat zichzelf aan het vormen is in mijn eigen hoofd door iemand anders beschreven te zien worden. het bewijst dat die vastness er is: het is geen kwestie van objectiviteit of subjectiviteit: het is in aanraking komen met dat eeuwige dat ons leven vast houdt. hoe zich dat uit, wanneer het plaatsvindt, ik vermoed dat dat er per persoon anders uit kan zien. maar iets is universeel. het weefsel, wellicht. of de ruimtes ertussen. the dao.

slow folk

het prachtige world enough & time van christian mcewen dwaalt rond in mijn hoofd sinds ik het afgelopen september las. ik vind het moeilijk om over dit boek te schrijven omdat het zo belangrijk voor me is. telkens opnieuw eindigt mijn poging-tot-bespreking in een soort preek, en dat is juist iets dat ik probeer te vermijden: alsof ik weet hoe dat moet, leven, ik heb geen idee. maar er zijn een klein aantal dingen waar ik zeker van ben: het belang van ‘slowing down’ is daar een voorbeeld van. laat dat nu net deel uitmaken van de ondertitel van world enough & time: on creativity and slowing down.

ik weet het, ondertussen is het een uitgeholde term, maar world enough & time verscheen voor het eerst in 2011 en is het resultaat van vele jaren research: mcewen benadert het idee van trager bestaan met diepte, en de serieuze toon die het onderwerp waardig is. bovendien, en dit is waarom het mij meer aanspreekt dan bijvoorbeeld how to do nothing van jenny odell, bovendien gaat het vooral over de rol van stilte, eenzaamheid, tijd, natuur, kunst, schrijven, in het leven van makers en denkers (poets & artists).

en de makers en denkers die mcewen in haar boek aan het woord laat, of bespreekt, zijn mijn soort mensen. slow folk.

zo'n boek dat je regelmatig door het raam doet turen.

in een hoofdstuk dat ‘the infinitely healing conversation’ heet spreekt mcewen kort over de conversatie tussen mens en alles niet-mens. het idee is dat de geluiden van de wilde wereld, het nog-niet-getemde deel van de natuur, met de tijd deel zijn gaan uitmaken van onze taal en dus van ons denken. woorden van david abrams, geparafraseerd door mcewen: when we no longer hear the warbler and the wren, our own speaking can no longer be nourished by their cadences

(een warbler is een verzamelnaam voor verschillende fluiters, waaronder de tuinfluiter. een wren is een winterkoninkje. 

misschien is het te veel gevraagd om van mensen te verwachten dat ze vogels herkennen, op het oog of via gehoor, maar merken we vogelzang überhaupt nog op? vogels zijn letterlijk onze buren, maar te weinig mensen merken dat de huismus aan het verdwijnen is. hoe is het mogelijk dat hun gezwarrel en gepiep niet worden gemist?

afgelopen week hoorde ik voor het eerst dit jaar de tjiftjaf (ze trekken in het najaar naar het zuiden), en sindsdien is het voor mij lente: these things matter. de wereld wordt groter als je boerenzwaluwen kunt verwelkomen na een lange afwezigheid: we kunnen als mens bevriend zijn met meer dan alleen onze soortgenoten.) 

thomas merton, een van de vele interessantelingen van wie mcewen woorden leent om haar ideeën te onderschrijven, en tevens een schrijver van wie ik al langer werk denk te willen lezen en nu dankzij mcewen weet dat het geen willen is maar moeten (voor zover dat werkt als het gaat om literatuur)—thomas merton schreef over deze schijnbaar oneindig aanwezige geluiden:

the rain surrounded the cabin . . . with a whole world of meaning, of secrecy, of rumor. think of it: all that speech pouring down, selling nothing, judging nobody, drenching the thick mulch of dead leaves, soaking the trees, filling the gullies and crannies of the wood with water, washing out the places where men have stripped the hillside. . . . nobody started it, nobody is going to stop it. it will talk as long as it wants, the rain. as long as it talks, i am going to listen.

niet alleen is die taal aanwezig, van regen en wind en bomen en vogels,—het is meer dan een merel horen zingen en weten: merel. het is: hier vindt een relatie met de wereld plaats die anders wordt uitgedrukt dan de mijne. en het is: erkennen dat alles dat mij laat bestaan ook merel mogelijk maakt. het is: luisteren naar een verhaal in een andere taal. het is: getuige zijn van het weefsel van de wereld. en dat is alles.

thomas merton is voor mij een naam die thuishoort in een lijstje van schrijvers die stuk voor stuk voelen als familie. omdat ze kunnen schrijven over sensaties en ervaringen die ik herken en waarvan ik niet wist dat ze wellicht universeel zijn. het is niet makkelijk om taal te vinden voor gewaarwordingen die klein lijken maar groot zijn. attitude. attention. schrijven is een keuze, je stopt er alles in dat je hebt, en dat is alles wat je kunt doen: het werk laten bestaan. en ik ben zo, zo blij dat al dat werk bestaat, en dat christian mcewen dit boek heeft geschreven.

to open the world

een onderwerp: de val waar ik indonder bij het willen doen van dingen. of, mijn wankele gevoel van zelfwaarde en dus moeite hebben met geloven dat ik dit kan zonder hulp. 

mijn onzekerheid is altijd geweest dat niets in mijn leven lijkt op/ verloopt als het leven van anderen. in plaats van dat feit te accepteren deed ik telkens het tegenovergestelde, ik dwong mezelf aan te passen. maar forceren heeft bij mij altijd tot een doodlopend einde geleid. en keer op keer, bij het te hebben bereikt van dat dode einde, heeft het leven (het bestaan, het universum) me teruggestuurd naar dit. naar schrijven. ik kan niet langer doen alsof dat niet het geval is. en dus schrijf ik.

iedere week een blogpost, is mijn doel. ik schrijf, probeer te schrijven, zonder plan. heb ideeën genoteerd maar merk dat ik het moeilijk vind om de energie terug te vinden die ik voelde bij het opschrijven van die ideeën. een ander probleem is dat ik al dagen probeer op te lossen waarom ik ben gestopt met the artist's way. in plaats van gewoon accepteren dat het niet past bij wie ik ben voel ik me schuldig. ik vul pagina's in mijn notitieboek in een poging mezelf te kunnen verklaren wat er aan de hand is, waarom het me niet meer aanspreekt.

altijd denken mezelf te moeten uitleggen, verklaren.

ik loop er bij weg.
(ik schaam me voor mijn twijfels, voor al die pagina's, zal ik ze uit mijn notitieboek scheuren?
.... nee.)

het helpt niet dat ik vòòr al dit getwijfel ook al moeite had met beschrijven wat er in mij gaande was: ik ben zo ontzettend boos, voel al een poos een enorme afschuw richting de mensheid. rouw, misschien. de staat van de wereld. 

& tegelijkertijd probeer ik mijn spiritualiteit een plek te geven, ik ben niet gek op dat woord maar ik weet niet welke anders te gebruiken. ik doel op het ervaren van het eeuwige, ik heb dit al zo zo vaak opgeschreven in mijn notitieboek, schreef ik het niet ook vorige week op dit blog?: het eeuwige in mij dat verbintenis zoekt of voelt (iets) met het eeuwige buiten mij. 

nee, niet vorige week: het staat geschreven in een van de vele ongepubliceerde blogs:

maar is het niet juist zo dat ik, alles waar ik uit besta, mee gemaakt ben, het weefsel van mijn lijf en alles dat daar bij hoort, dat al dat totaal en volledig eeuwig is? is het wellicht gewoon een kwestie van anders denken, of zoals mary oliver schrijft, attitude?

mijn obsessie met een passage uit mary oliver's essay ‘winter hours’:

knowledge has entertained me and it has shaped me and it has failed me. something in me still starves. in what is probably the most serious inquiry of my life, i have begun to look past reason, past the provable, in other directions. now i think there is only one subject worth my attention and that is the precognition of the spiritual side of the world and, within this recognition, the condition of my own spiritual state. i am not talking about having faith necessarily, although one hopes to. what i mean by spirituality is not theology, but attitude. such interest nourishes me beyond the finest compendium of facts. in my mind now, in any comparison of demonstrated truths and unproven but vivid intuitions, the truths lose. (p153 in upstream)

hier ben ik gearriveerd. dit punt, ik wil weten wanneer mary oliver het schreef, wat er veranderde voor haar bij het accepteren van deze honger, en bovenal wil ik weten hoe deze houding te betrekken. i would not talk about the wind, and the oak tree, and the leaf on the oak tree, but on their behalf. niet about maar on their behalf. wat betekent dat... i would therefore write a kind of elemental poetry ... (..) i would write praise poems ...

zoals ik vorige week al schreef zit mijn hoofd vol met allerlei dingen die elkaar aanraken, maar afgeleid worden/ mezelf afleiden heeft ervoor gezorgd dat er geen vaart zit in dat project. ik noem het mijn adem-project.

geduld. 
ziel. (adem.)
(sommige woorden kunnen mij gronden, laten mij(n) wortels schieten.)
tijd, attention, attitude.

it takes time to listen, time for the deeper things to show themselves... patience, the art of waiting, is the heart-skill that opens the world. (mark nepo, seven thousand ways to listen)

de perfecte pen

langzaam wiegt een wit donsveertje naar beneden.

ik probeer al dagen een blogpost te plaatsen. ik heb er meerdere geschreven, allemaal waaieren ze uit richting iets groters. ik kan het (nog?) niet plaatsen, het heeft meer tijd nodig, en misschien meer ruimte. wat er rondspookt in mijn hoofd zijn momenteel slechts vermoedens, losse draadjes. dat moet ook opgeschreven worden, ik geloof dat zinnen zich pas serieus genomen voelen als ze worden genoteerd, dat er dan bovendien weer ruimte ontstaat voor woorden die kunnen aansluiten. er is meer gaande in mijn hoofd dan ik in de gaten heb, het vergt oefening om op te merken wat er leeft en hoe dat op te schrijven. er komen post-its bij kijken, de laatste tijd, en andere accessoires, om overzicht te bewaren. ik ben het aan het uitvinden sinds ik mijzelf als schrijver serieuzer probeer te nemen. maar hierover later meer.

zal ik gewoon over pennen schrijven? of, de perfecte pen. of, over waarom schrijven alleen lukt met de perfecte pen. of, over mijn wanhoop dat de perfecte pen niet te koop is in europa. ik worstel al weken met schrijven. dat zit in mijn hoofd, denk ik, ik schrijf iedere dag, maar het voelt alsof ik het verkeerd doe en dus bedenkt iets in mij allerlei obstakels, zodat ik niet hoef te schrijven want dan kan het ook niet verkeerd voelen. 

niet de juiste pen. mijn bureau staat verkeerd. ik moet eerst allerlei boeken lezen want ik weet niet waar ik het over heb. mijn schrijfhand doet zeer omdat ik niet de juiste pen kan gebruiken.

voordat ik deze zorgen had over pennen besteedde ik heel veel tijd aan notitieboeken.

begrijp me niet verkeerd: these things matter. fijn materiaal zorgt er voor dat ik meer schrijf, dat ik langer schrijf; dat ik begin te schrijven zelfs als ik er geen zin in heb. en notitieboeken en pennen zijn ook gewoon leuk. ik had een hekel aan school maar vond het enigszins acceptabel omdat ik een agenda nodig had, en schriften, en pennen, en een etui, etcetera. destijds kocht ik mijn favoriete balpennen bij de hema. er was een tijd dat ze de allerfijnste balpennen verkochten die ik mijn hele leven heb gekend; doorzichtig, een bredere grip. later verschenen er exemplaren met meer kleuren, en het dopje op de achterkant was ineens plat in plaats van rond. limited editions zoals je nu bij vulpennen ziet. mijn favoriet was wit, maar de gebrand oranje kleur was ook fijn. ze waren er in allerlei kleuren en goedkoop, mijn etui zal vol met hema-pennen.

er is iets veranderd aan balpennen. de vullingen, de inkt. mijn hema-pennen zijn verdwenen omdat ze niet hervulbaar waren, ik ging over op een parker jotter, en bic crystal. beide met een mooie grijsblauwe kleur inkt. maar toen ik al mijn favoriete pennen had leeggeschreven en voor de jotter een nieuwe vulling kocht, bleek dat de inkt helblauw was. en de pen schreef te soepel. de penpunt schoot alle kanten uit en ik was mijn handschrift kwijt. ik raakte in paniek want schrijven voelde niet langer hetzelfde. sinds 2017 heb ik geprobeerd een nieuwe favoriete pen te vinden. dat is nog steeds niet gelukt.

als je veel schrijft, een leuchtturm met 250 pagina's in drie maanden vol schrijft, dan is een fijne pen belangrijk.
maar schrijven is altijd belangrijker.

daarom vandaag een blogpost over pennen. 

ps: ooit las ik met heel veel liefde elizabeth strout's my name is lucy barton. ik ben vanmiddag, in de zon en met bruine handen van het wroeten in aarde, begonnen oh william! te lezen. het is lang geleden dat ik een boek las zonder bijbedoelingen, het is geen research, raakt niet iets aan waar ik over nadenk. het is elizabeth strout (en lucy barton); wat een schoonheid.

//