ik las onlangs in zeer korte tijd veel boeken die bezit van me namen, me overspoelden. niet eerder kon ik zo veel lezen. hele middagen, avonden. het voelt mysterieus. titel na titel, allemaal somehow connected, voelde speciaal voor mij geschreven. ik was uitgehongerd, deze boeken voedden me. voeden me.
ik las
hermit, jade angeles fitton
after sappho, selby wynn schwartz
orlando, virginia woolf
love letters, virginia woolf & sackville west
committed, suzanne scanlon
heroines, kate zambreno
sister outsider, audre lorde
a horse at night. on writing, amina cain
promising young women, suzanne scanlon
ik leef nu met de kater; ik zwom in een zee van titels, aangeraden in de boeken die ik las, maar nu moet ik het ineens weer zelf uitzoeken.
(after sappho liet me orlando en love letters bestellen, deed me denken aan kate zambreno die me herinnerde aan suzanne scanlon wiens werk ik nog steeds niet had gelezen; scanlon stuurde me naar audre lorde en amina cain—)
ik wil renee gladman lezen maar weet niet waar te beginnen.
ik wil meer amina cain lezen.
(basically alles van dorothy project.)
audre lorde maakte zo’n indruk met sister outsider dat ik alles van haar wil gaan lezen, ik bestelde your silence will not protect you en zami: a new spelling of my name. a biomythography. de eerstgenoemde titel blijkt sister outsider zijn, inclusief selected poetry; ik stuur het terug en bestel binnenkort haar cancer diaries en poëzie. zami lees ik nu.
stuk voor stuk zijn het boeken die heftig onderzoekend zijn. eigenlijk over schrijven gaan. eigenlijk over een schrijvend leven gaan. hoe te leven als vrouw. hoe leef je een ander leven dan wat ‘normaal’ heet te zijn.
(mijn obsessie voor die vragen, jaren geleden. hoe moet je leven? hoe moet je schrijven?)
ik wil een leven vol boeken. ik wil boeken die me helpen met schrijven. nee, niet helpen; die me dwingen te schrijven. ik heb aldoor het gevoel dat ik keer op keer tegen dezelfde muur op bots. ik weet niet wat die muur daar doet. ik krijg ‘m niet kapot. hoe schrijf ik over die muur zonder het aldoor over een muur te hebben. hoe weet ik wat geschreven moet worden. ik schrijf en schrijf en heb nooit het gevoel geschreven te hebben.
op de laatste pagina’s van a horse at night schrijft amina cain:
i have never been able to force myself to write about anything, or to avoid anything
for that matter, and i don’t think i ever will, so i’ll just see what keeps arising, how i
approach the difficulties of being alive in this particular moment.
ik vraag me af wat het is dat ik negeer.
al die vragen, maar het voelt alsof ieder antwoord een cliché is. rage against cliché. the answer to rage is catastrophe. (anne carson in ‘variations on the right to remain silent’.)
ik kwam een tekst tegen die ik zes jaar geleden schreef, kort voor ik feitelijk stopte met schrijven. het druipt van mijn onmacht te schrijven over iets dat me fascineert. dat gebeurt vaak bij het werk van anne carson; ik weet nog hoe ik me voelde, onbekwaam, ik begreep er niets van, het was een totaal mysterie waarom ik zo van haar woorden hield, houd, waarom die tekst (float, een bundeling die ook ‘variations’ bevat, is sowieso fantastisch, ik weet dat het meer woorden, teksten bevat die me op een soortgelijke manier uit het veld sloegen maar het zit ergens in een doos (ik verhuis binnenkort naar een caravan) en ik weet niet in welke doos) zo mysterieus en wijs en intens is—ik wilde, moest, iets met de tekst, met de ervaring, ik kon het niet zomaar laten gaan, loslaten—
alsof het zou verdwijnen.
(zoals het nu is verdwenen in een van de vele dozen.)
maybe i was (am) *just* drawn to certain words. rage. cliché. catastrophe. chaos.
alle genoemde boeken, hierboven; allemaal las ik ze met een angst dat de woorden zouden verdwijnen na ze te hebben gelezen. bang niet goed genoeg te lezen, het gevoel dat de boeken een ondergronds bestaan bevatten die ik niet kan bereiken.
de onmacht komt in alle hevigheid terug. de muur.