de perfecte pen

langzaam wiegt een wit donsveertje naar beneden.

ik probeer al dagen een blogpost te plaatsen. ik heb er meerdere geschreven, allemaal waaieren ze uit richting iets groters. ik kan het (nog?) niet plaatsen, het heeft meer tijd nodig, en misschien meer ruimte. wat er rondspookt in mijn hoofd zijn momenteel slechts vermoedens, losse draadjes. dat moet ook opgeschreven worden, ik geloof dat zinnen zich pas serieus genomen voelen als ze worden genoteerd, dat er dan bovendien weer ruimte ontstaat voor woorden die kunnen aansluiten. er is meer gaande in mijn hoofd dan ik in de gaten heb, het vergt oefening om op te merken wat er leeft en hoe dat op te schrijven. er komen post-its bij kijken, de laatste tijd, en andere accessoires, om overzicht te bewaren. ik ben het aan het uitvinden sinds ik mijzelf als schrijver serieuzer probeer te nemen. maar hierover later meer.

zal ik gewoon over pennen schrijven? of, de perfecte pen. of, over waarom schrijven alleen lukt met de perfecte pen. of, over mijn wanhoop dat de perfecte pen niet te koop is in europa. ik worstel al weken met schrijven. dat zit in mijn hoofd, denk ik, ik schrijf iedere dag, maar het voelt alsof ik het verkeerd doe en dus bedenkt iets in mij allerlei obstakels, zodat ik niet hoef te schrijven want dan kan het ook niet verkeerd voelen. 

niet de juiste pen. mijn bureau staat verkeerd. ik moet eerst allerlei boeken lezen want ik weet niet waar ik het over heb. mijn schrijfhand doet zeer omdat ik niet de juiste pen kan gebruiken.

voordat ik deze zorgen had over pennen besteedde ik heel veel tijd aan notitieboeken.

begrijp me niet verkeerd: these things matter. fijn materiaal zorgt er voor dat ik meer schrijf, dat ik langer schrijf; dat ik begin te schrijven zelfs als ik er geen zin in heb. en notitieboeken en pennen zijn ook gewoon leuk. ik had een hekel aan school maar vond het enigszins acceptabel omdat ik een agenda nodig had, en schriften, en pennen, en een etui, etcetera. destijds kocht ik mijn favoriete balpennen bij de hema. er was een tijd dat ze de allerfijnste balpennen verkochten die ik mijn hele leven heb gekend; doorzichtig, een bredere grip. later verschenen er exemplaren met meer kleuren, en het dopje op de achterkant was ineens plat in plaats van rond. limited editions zoals je nu bij vulpennen ziet. mijn favoriet was wit, maar de gebrand oranje kleur was ook fijn. ze waren er in allerlei kleuren en goedkoop, mijn etui zal vol met hema-pennen.

er is iets veranderd aan balpennen. de vullingen, de inkt. mijn hema-pennen zijn verdwenen omdat ze niet hervulbaar waren, ik ging over op een parker jotter, en bic crystal. beide met een mooie grijsblauwe kleur inkt. maar toen ik al mijn favoriete pennen had leeggeschreven en voor de jotter een nieuwe vulling kocht, bleek dat de inkt helblauw was. en de pen schreef te soepel. de penpunt schoot alle kanten uit en ik was mijn handschrift kwijt. ik raakte in paniek want schrijven voelde niet langer hetzelfde. sinds 2017 heb ik geprobeerd een nieuwe favoriete pen te vinden. dat is nog steeds niet gelukt.

als je veel schrijft, een leuchtturm met 250 pagina's in drie maanden vol schrijft, dan is een fijne pen belangrijk.
maar schrijven is altijd belangrijker.

daarom vandaag een blogpost over pennen. 

ps: ooit las ik met heel veel liefde elizabeth strout's my name is lucy barton. ik ben vanmiddag, in de zon en met bruine handen van het wroeten in aarde, begonnen oh william! te lezen. het is lang geleden dat ik een boek las zonder bijbedoelingen, het is geen research, raakt niet iets aan waar ik over nadenk. het is elizabeth strout (en lucy barton); wat een schoonheid.

vita contemplativa

ochtendpagina's schrijven, vervolgens op een rondzwervende envelop de woorden what i've been thinking about lately/ vita contemplativa, why write krabbelen en ervan uitgaan dat ik vele uren later nog weet wat ik allemaal aan het denken was na die ochtendpagina's. waarom bleef ik niet schrijven? ik moest ontbijten, eten maken, andere dingen doen. 

vita contemplativa — ik herlas dit essay van byung-chul han gisteren (het staat enigszins aangepast in volume i van the analog sea review) en besloot een recensie-exemplaar van de nederlandse vertaling aan te vragen, omdat het boek zo dicht in de buurt komt van waar ik veel over na denk, van waar ik ooit een essay over schreef, van, in feite, waar ik constant mee bezig ben en worstel. ik en mijn leven als denker, lezer, schrijver. mijn pijn omdat ik opgroeide in een omgeving waar het vooral om doen ging, waar je van waarde was als je maar iets nuttigs deed. (dromers ogen niet erg nuttig.) mijn oude pijn. 

ik raakte geobsedeerd omdat ik zo'n dromer ben die ooit een boek wil schrijven, en een relatie met een uitgeverij die boeken als vita contemplativa uitgeeft is waardevol

ik vroeg het aan maar er zijn geen recensie-exemplaren meer. begrijpelijk, het boek werd in 2023 vertaald uitgegeven en is dus oud nieuws maar niets is minder oud nieuws dan de ideeën die byung-chul han in zijn boek behandeld (boeken, in feite. hij heeft meer interessants gepubliceerd):

the society of consumption and leisure is characterized by a particular temporality. surplus time, which is the result of a massive increase in productivity, is filled with events and experiences that are fleeting and short-lived. as nothing binds time in a lasting fashion, the impression is created that time is passing very quickly, or that everything is accelerating. 

—dit vind ik fascinerend. de kwaliteit van dat waar we onze tijd aan geven heeft gevolgen voor hoe we die tijd beleven. byung-chul han zal spreken over duration. ik schreef in mijn essay over henri bergson, en duur. in principe zeggen beide filosofen hetzelfde maar byung-chul han beschrijft de ervaring anders, en linkt het bovendien aan consumption; ik merk dat ik er op een nieuwe manier naar kan kijken, over na kan denken. waardevol.— 

consumption and duration contradict each other. consumer goods do not last. they are marked by decay as their constitutive element, and the cycles of appearance and decay become ever shorter. the capitalist imperative of growth means that things are produced and consumed with increasing speed. the compulsion to consume is immanent to the system of production. economic growth depends on the quick uptake and consumption of things. as the economy is organized with growth in mind, it would completely grind to a halt if people suddenly began to take care of things, to protect them against decay and to make sure that they endure.

in the consumer society, one forgets how to linger. consumer goods do not permit a contemplative lingering. they are used up as quickly as possible in order to create space for new products and needs. contemplative lingering presupposes things which endure. but the compulsion to consume does away with duration. neither, however, does so-called deceleration found duration. as far as the attitude to consumption is concerned, ‘slow food’ does not essentially differ from ‘fast food’. things are consumed - no more, no less. a reduction in speed does not by itself transform the being of things. the real problem is that all that endures, all that lasts and is slow, threatens to disappear altogether, or to be absent from life. forms of the vita contemplativa are also modes of being, such as ‘hesitancy’, ‘releasement’, ‘shyness’, ‘waiting’ or ‘restraint’, which the later heidegger juxtaposed to the ‘stupidity of simply working’. these modes all rest on an experience of duration. but the time of work, even time as work, is without duration. it consumes time for production. what lasts and is slow, however, evades being used up and consumed. it founds a duration. the vita contemplativa is a practice of duration. it founds an other time by interrupting the time of work.

het is een fantastisch essay. het maakte tijdens mijn eerste lezing ook al indruk, maar delen van de tekst begreep ik destijds niet, niet echt (en kon ik me dus ook niet herinneren). het was dan ook een vreemde gewaarwording om een idee dat ik onlangs in een notitieboek noteerde uitgedacht tegen te komen in deze tekst: ik blijk het van byung-chul han te hebben geleend. alles dat we zien, horen, lezen, consume, lijkt zich ergens in ons zijn te nestelen, we zijn ontzettend poreus. compost. alles dat we in ons opnemen, bewust of onbewust, gaat uiteindelijk deel van ons persoonlijke bestaan uitmaken. (het is dus belangrijk om goed na te denken over wat we toelaten/ onszelf aandoen.)

het idee dat zich in mijn onderbewuste heeft genesteld:

it is possible that the hyperactive restlessness, the franticness and unrest of today, does not do any good to thinking, and that thinking just reproduces always the same because of increasing time pressures.

ofwel: onze maatschappij staat het niet langer toe dat er diep wordt nagedacht. friedrich nietzsche klaagde hier al over. ik vraag me af in hoeverre dat nog te keren is. in een blogpost van eerder dit jaar kwam het idee ter sprake dat de manier waarop we leren en lezen gevolgen heeft voor (onder andere) ons vermogen tot analyseren, en reflecteren. misschien ontwikkelt ons brein wel een nieuwe manier om informatie te verwerken, dat is mijn hoop, maar het zal sowieso anders zijn omdat ons brein (het brein van mensen die met behulp van pen en papier en boeken hebben leren lezen en denken) een analoog brein is. een brein dat lingering toestaat, contemplative lingering

ik ga hans boek bestellen, en nietzsche.

(why write. niet een vraag waar ik antwoord op kan, ga geven. is dit alles niet een antwoord? ik denk dat ik al mijn blogposts aan die vraag kan ophangen. een antwoord. nooit het anwoord. omdat contemplative lingering.)

3-2

de oude man slaat met zijn bijl tegen de wortels van een es. de wortels kropen over het fietspad.
nu, het vriest, stompjes boomleven bloot tegen lucht en licht.

de schaduwstrepen van de boomstammen zijn nog wit van de vorst, de rest van het grasveld alweer ontdooid.

*

raskolnikov: he did not sleep, but was as if oblivious. grieperig; feverish, a disease. dis-ease. a bad conscience being a serious illness according to nietzsche.

*

bonte specht. (onzichtbaar getik vòòr de bewegingen in de lucht.
twee. 
de een zit achter de ander aan. van tak naar tak; in de lucht. grote bochten, de achtervolger zodanig vliegend dat ik de vogel alsof van boven kan zien. de vorm van gespreide vleugels.
zonder twijfels. duur van licht groeit. en dus is dit wat gebeuren moet.

we invent anew
by surrounding ourselves with the original circumstances, we invent anew (..) 
(ralph waldo emerson, ‘history’)

zonlicht duwt zichzelf door de mist. mijn boek weerspiegelt de lucht en kleurt blauw.

i admire the love of nature in the philoctetes. in reading those fine apostrophes to sleep, to the stars, rocks, mountains, and waves, i feel time passing away as an ebbing sea. i feel the eternity of man, the identity of his thought. the greek had, it seems, the same fellow-beings as i. the sun and moon, water and fire, met his heart precisely as they meet mine. then the vaunted distinction between greek and english, between classic and roman schools, seems superficial and pedantic. when a thought of plato becomes a thought to me,—when a truth that fired the soul of pindar fires mine, time is no more. when i feel that we two meet in a perception, that our two souls are tinged with the same hue, and do, as it were, run into one, why should i measure degrees of latitude, why should i count egyptian years? (ralph waldo emerson, ‘history’)

*

overrompelend licht.
zoveel.
bijna alsof nieuw en onverwacht.

gezien: puttertjes, staart- kool- en pimpelmezen, buizerds, nog meer bonte spechten. kuif- en wilde eenden.

aangeraakt door de schaduwen van honderden takken, bomen.

plukken mos op de grond onder volwassen eiken. oranje en groene stippen op jonge, oude bomen, een taal onbegrijpelijk. ik wil weg kijken.

*

meadowlark sings and i 
greet him in return
, mary oliver:

Meadowlark, when you sing it's as if
you lay your yellow breast upon mine and say
hello, hello, and are we not 
of one family, in our delight of life?
You sing, I listen.
Both are necessary
if the world is to continue going around
night-heavy then light-laden, though not
everyone knows this or at least
not yet,

or, perhaps, has forgotten it
in the torn fields,

in the terrible debris of progress.

*

voorzichtig wiegende takken.
nieuwe lange schaduwen maar nu wijzend richting het noordoosten.
(alles hunker naar licht. hunkert ongemakkelijk naar licht.)

de verandering van buiten volgens licht.
zachter weidser.
de wolken roze.
vogels thuis.

*

these things matter.

to live to read to write; to write to read to live; to read to write to live; to write to live to read; to read to live to write; to live to write to read.

2/1

tomorrow i will turn thirty-seven.
yesterday a new year began.

today. there's light in the sky, and there are clouds. there's wind. there are birds. the air is cold. clouds faraway, above friesland and noord-holland, look like snow. they feather toward heaven.

*

i'm thinking about writing, and reading. how do i do this, i keep wondering. i'm supposed to be a grown up but there's still not a clue in my mind about how to be. i know there is not one way. i know there are multiple ways. the way i am present in this life, this world, however, doesn't feel possible. it feels like there is no way for me to be the dreamer, thinker, reader, writer that i am.

this morning i received a poem in the mail:

Self-portrait I
by Tove Ditlevsen

I cannot:
cook
pull off a hat
entertain company
wear jewellery
arrange flowers
remember appointments
send thank you cards
leave the right tip
hold onto a man
feign interest
at parent-teaching meetings.

I cannot
stop:
smoking
drinking
eating chocolate
stealing umbrellas
oversleeping
forgetting to remember
birthdays
and to clean my nails
telling people
what they want to hear
spilling secrets
loving
strange places
and psychopaths.

I can:
be alone
do the dishes
read books
make sentences
listen
and be happy
without feeling guilty.

the last stanza feels like a prayer, or maybe an affirmation. i can do all those these as well, except the last few lines. be happy without feeling guilty. but maybe, if i keep telling myself i can, that idea will grow in my mind, my soul; perhaps one day i will be able to. that would be nice.

*

i've also been thinking about kate zambreno. about blogging. once again. about the way us humans keep making a bigger mess of this place we call "our world" makes me entirely desperate to save the world from humanity. it is such a strange thing to see people keep wanting more, and more, and more, whine about time, all the while filling agendas, days, months -- their entire fucking lives with nonsense. i recently came across a video about ‘the changing reading brain in a digital culture’, in which a lady called maryanne wolf (i believe she's a neuroscientist) speaks of the way our brain is being influenced/ altered by spending so much time behind/ learning to read via screens. apparently, our brain isn't actually equipped for reading, which is why everybody has to learn to read. by learning to read, we connect certain parts of our brain which results in further cognitive skills which aren't included at birth. skills like critical thinking, reflection.

wolf starts her talk with a few quotes. proust: we feel quite truly that our wisdom begins with that of the author. (..) by a law which perhaps signifies that we can receive the truth from nobodoy, that which is the end of their wisdom appears to us as the beginning of ours.

alberto manguel: reading is cumulative and proceeds with geometric progression: each new reading builds upon what the reader has read before.

these ideas touch upon what excites me about reading, and books, and ideas: the fact that we can ‘go beyond the wisdom of the author’; the fact that we can inhabit ideas, stories, let them simmer in our minds, make connections, analyze both the story and our selves -- it doesn't even have to be a conscious or active process: the words will enter our minds (souls?) and deep down there they will live their own lives: stuff will happen to us, whether we notice these happenings or not.

another quote maryanne wolf shared, words by patricia greenfield:

no one medium can do everything. every medium has its costs and weaknesses; every medium develops some cognitive skills at the expense of others. although the digital medium may develop impressive visual intelligence, the costs seems to be deep processing: mindful knowledge acquisition, inductive analysis, critical thinking, and reflection.

the costs seems to be deep processing.

that sentence scares the shit out of me. how do we live without deep processing?

reading and writing, is the answer. for me, anyway. actual books, made from paper. writing with pens, in notebooks. to live to read to write; to write to read to live; to read to write to live; to write to live to read; to read to live to write; to live to write to read. something like that. i need to do this. to keep doing this. blogging might be the answer.

in the grand scheme of things

16/11

het is grijs, buiten. geen kier te vinden. een grote lap grijs als getrokken van oost naar west en noord naar zuid. ik kijk weer uit op een flink aantal essen. als zeewier zwaaien takken mee met de zuidwesterwind. maar de wind trekt de lap niet kapot, niet opzij. grijs.
anderhalve kilometer verderop woont, deint, het ijsselmeer.

in the grand scheme of things zijn er weinig dingen die er toe doen, maar altijd doet het water er toe, het noorden, en bomen. dingen die duren. 

ik klik mijn bureaulamp aan.

kloktijd is me aan het ontglippen, de wereld is me aan het ontglippen—nee: het blijft niet langer kleven. er zijn veel manieren van in de wereld zijn, een groot aantal van die manieren lijken op elkaar. de meeste manieren bewegen mee met kloktijd. ik weet niet wat dat oppervlak betekent, waar het naartoe golft. ik ben aan het verdwijnen naar verweg, naar boven. 

lucht, licht, water, wolk, wind (-kind).

(geduwd, gedragen, aangeraakt worden door iets eeuwigs. iets dat al zo oud is dat ik me niet voor kan stellen wat die verte, diepte betekent. wat er is verdwenen. hoeverweg we zijn geraakt.)

vandaag kwam ik er achter dat mijn naam ook horizon betekent. natuurlijk, zucht iets in mij. ik moet erom huilen.

wat is er niet veranderd? wat is er oud zoals wind, regen, wolken, wad? oud maar altijd in beweging, maar oud. wanneer word ik aangeraakt door langgeleden? 

*

ik lees thomas hardy's far from the madding crowd
ik teken met potlood, gebruik waterverf.
het zijn vragen, ik begrijp het. en er zijn geen antwoorden. die fragen selbst liebzuhaben, ik weet het. en daar houdt het weten op.

*







today's notes

24/10

what i'd like
a room without a door
with one door
a secret door

/

dof daglicht. mistige morgen.

sap groen oker raw sienna burnt sienna rode oker— 
alsof neergelegd door een kind maar dit is van de wind.

de afwezigheid van leestekens in (thomas a.) clarke's poëzie bevalt me—lucht in het gedicht of ruimte (zoals de landschappen waarin hij (/ de lezer) beweegt). het biedt oneindigheid; gevoel, mogelijkheid, betekenis. 

(i like the word opschrijven, de aanwezigheid van op maakt het woord tactiel (/ beeldend).)

waiting
in emptiness
 (p55*)

de zon stijgt. licht wordt langzaam warmer. mist waait met de wind mee.


stilte/
a breath is enough
to fan the ripples
of water that run
deliciously in
around dwarf juniper
(p57*)


flarden bewolking die door warme lucht worden opgetild, stijgen, opstijgen, het licht tegemoet, heilig licht. alsof iets wordt onthuld.

(* uit thomas a. clarke's the hundred thousand places.)

lightning nearby

2 september

het is september maar diep, diep zomer. de caravan heeft zich gevuld met de warme lucht van buiten. grotendeels in schaduw maakt verschil maar uiteindelijk valt er niets tegen te doen. het was vandaag 29°C. nauwelijks wind. vanavond, vannacht, kans op regen, onweer. het is 16.58 uur, bijna tijd om eten te maken.

licht golft over mijn kussen.

ik lees kathleen jamie's cairn en het is weer prachtig. ze schrijft al vele jaren en it shows, ze kan zo veel zeggen met weinig woorden. net zo goed is ze in het oproepen van beelden die niet per sé nieuw zijn of uniek maar wel zo voelen vanwege haar keuze in woorden. ik denk dat ze goed is in weglaten. en suggestie. en zien wat door velen voor lief wordt genomen.

het boek bevat tekeningen van miek zwamborn, dat wist ik niet toen ik het kocht maar, ja, natuurlijk kennen zij elkaar.

(een schets in een pocket moleskine cahier (nieuwe liefde). ik was een paar dagen bij de zee. vlieland.
ik ben nog niet geheel wedergekeerd.)
*

19.53 uur. de zon nog boven de horizon. lightning nearby, waarschuwt de laptop. ik hoor het niet. zie wolken die de intens oranje kleur van de zon (groter nu dan overdag) absorberen, de vermenging van kleuren resulteert in een zacht perzikroze. ik ben gewend aan een open uitzicht, tuur nu tussen talloze beukentakken en- bladeren door. zie ik grijs? de zon is aan het verdwijnen achter, wederom, groen van bomen, struiken, het is schemer, schijn. over negentien minuten gaat de zon onder. ik hoor niets behalve vliegtuigen en autoverkeer. een nichtje en haar vriendin, een kruiwagen. kalkoenen, kippen, eenden, bewegen richting hun nachtverblijf. de varkens scharrelen nog wat rond.

ik hoor iets.
ik ga mijn laarzen binnen zetten. (20.18 uur.)
de kleur verdwijnt uit de lucht. de zon heeft deze dag verlaten.

//